Marketingwetenschapper Darren Dahl van de University of British Columbia in Canada, deed er onderzoek naar. Volgens hem zouden luxemerken als Louis Vuitton en Gucci er goed aan doen verwaande en hoogmoedige winkelmedewerkers in te zetten. 'Door die arrogantie worden de winkels als een hippe groep op school waarvan iedereen deel uit wil maken', zegt Dahl. 

De onderzoeker liet verschillende mensen een gesprek voeren met een zogenaamde winkelmedewerker. De ene keer gedroeg de verkoper zich neerbuigend en arrogant en een andere keer gedroeg hij zich vriendelijk en behulpzaam. Mensen die graag geassocieerd worden met dure merken, kochten nóg liever luxe spullen nadat ze onbeschoft werden toegesproken. 

Dit geldt echter niet voor goedkopere en minder exclusieve merken. Een winkelmedewerker moet wel echt bij het merk passen. De hooghartigheid van verkopers heeft een positief effect, maar duurt niet lang. De wens om luxeproducten te kopen bij mensen die van deze producten houden en onbeleefd waren duurde enkele weken.

De afgelopen jaren lijken de grote luxemerken verkeerd bezig te zijn geweest. Ze doen er alles aan om hun winkels toegankelijker te maken. Niet alleen de crisis heeft daar z’n bijdrage aan geleverd, maar ook omdat ze steeds meer verschillende producten moeten verkopen. Dat wil zeggen dat ze verschillende soorten mensen moeten aanspreken, schrijft Trouw.

Bepaalde modemerken trainen hun personeel om elke klant goed te behandelen, zoals MaxMara. Bij merken als Paul Stuart liggen dure stropdassen niet meer achter glas en ligt het dus binnen handbereik. Voor je het weet kun je zelfs een horloge van een paar duizend euro om je pols doen, alleen om te zien hoe het je staat. Volgens Dahl zorgt deze vriendelijke aanpak er niet voor dat er meer luxe-spullen worden verkocht.